Moerasgast
Lijn van tweeeneenhalvekilometer
IT is all in THE game
Ik neem je mee naar september tweeduizendveertien. In mijn hoofd circuleren een miljoen Google hits van green en architecture. Het lijkt net op de circulaire economie van Ingrid. Sommige mensen vinden een miljoen best veel. Mijn Mus ook. Bijna overal krijg je een miljoen, als je de woorden Google en scholar en whateveryouwanttoknow intypt. Wel even connected zijn, natuurlijk. Dat geeft te denken voor een voormalig wiskundemeisje. Hoeveel groter is de grijze massa onder mijn schedel dan die onder de schedel van een mus. En is dat belangrijk?
Zes heerlijke vrije weken, vrije lucht, zon en veel witte wijn. Kon het leven niet altijd zo zijn? Ik zit in een schoolruimte. Met veel anderen. Een hok vol extra kippetjes. Binnen een uur ben ik volledig opgefokt. September tweeduizendveertien. Miljoen hits, vijftig extra kippetjes, midlifecrises. Ik schreeuw.
Mus, waar ben je? In de verte hoor ik een hond blaffen, of is het meer gehuil. Zoals van een wolf? Midnightcrises.
Weet je, dat van alle dead bodies ik de moeraslijken het mooiste vind? Mijn dode naam grootmoeder heb ik nooit gezien. Wel oma Baarda. Lijkwit was ze. Ze keek me niet aan. Meisje van twaalf. Bloemen en zomer. Later zei een familielid: je bent beter in grafredes geworden.
September tweeduizendveertien. In het noorden van een voormalig moeras. Otium. Roze. Mos. Where is Roger Rabbit? Ik fiets tussen het vaarwater rechts en de boerensloot links. Een moeraslijkje heeft iets heel waterigs. Iets van een totaal andere orde. Ik verzamel as en strooi het in de grote ruimte. A great place to die in wording.
September tweeduizendveertien. Een mail van Muz. Ik kom naar je toe! Mijn gevleugelde vriend, mijn redder. Ik heb me nog nooit zo opgetild gevoeld. Ik kijk en zie het. Het moeras. In
vogelvluchtperspectief. Daar wil je toch niet zijn, daar beneden. Wat zeg je?
Lijn van tweeeneenhalvekilometer
IT is all in THE game
Ik neem je mee naar september tweeduizendveertien. In mijn hoofd circuleren een miljoen Google hits van green en architecture. Het lijkt net op de circulaire economie van Ingrid. Sommige mensen vinden een miljoen best veel. Mijn Mus ook. Bijna overal krijg je een miljoen, als je de woorden Google en scholar en whateveryouwanttoknow intypt. Wel even connected zijn, natuurlijk. Dat geeft te denken voor een voormalig wiskundemeisje. Hoeveel groter is de grijze massa onder mijn schedel dan die onder de schedel van een mus. En is dat belangrijk?
Zes heerlijke vrije weken, vrije lucht, zon en veel witte wijn. Kon het leven niet altijd zo zijn? Ik zit in een schoolruimte. Met veel anderen. Een hok vol extra kippetjes. Binnen een uur ben ik volledig opgefokt. September tweeduizendveertien. Miljoen hits, vijftig extra kippetjes, midlifecrises. Ik schreeuw.
Mus, waar ben je? In de verte hoor ik een hond blaffen, of is het meer gehuil. Zoals van een wolf? Midnightcrises.
Weet je, dat van alle dead bodies ik de moeraslijken het mooiste vind? Mijn dode naam grootmoeder heb ik nooit gezien. Wel oma Baarda. Lijkwit was ze. Ze keek me niet aan. Meisje van twaalf. Bloemen en zomer. Later zei een familielid: je bent beter in grafredes geworden.
September tweeduizendveertien. In het noorden van een voormalig moeras. Otium. Roze. Mos. Where is Roger Rabbit? Ik fiets tussen het vaarwater rechts en de boerensloot links. Een moeraslijkje heeft iets heel waterigs. Iets van een totaal andere orde. Ik verzamel as en strooi het in de grote ruimte. A great place to die in wording.
September tweeduizendveertien. Een mail van Muz. Ik kom naar je toe! Mijn gevleugelde vriend, mijn redder. Ik heb me nog nooit zo opgetild gevoeld. Ik kijk en zie het. Het moeras. In
vogelvluchtperspectief. Daar wil je toch niet zijn, daar beneden. Wat zeg je?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten