Een wereld van verschil
Tussen helpen en delen
Mooie mussen on the side
André, jongen. Wat een tijd geleden. Op naar den Haag en weer terug of toch door? Het eerste jaar uit het nest. Wat een praatjes, jij. In die tijd was ik de helderheid zelve en genoot van al het nieuwe. Nieuwe mensen, nieuwe gebouwen. Veel hogere ook. Nog dramatischer zonsondergangen, de westkust vijfentwintig kilometer verderop. De stad was uitgestorven, wij waren samen. Een feestje verderop. Een huis met alleen maar kamers, mensen op de grond. Ogen open, geen contact. Kom, we gaan. Jij bleek het spoor bijster. Man, wat moest ik je bijsturen.
En nu zie ik je met bagage achterop. In een andere stad. Na de voorstelling drinken we wat. Jij met je lelijke meisje, according to Jan. Ik met jullie. De vriendin pulkt aan haar net gestoomde dikke jas.
Pink cadillac. Als een Canadees, galant , afwachtend, bevrijdend. Ik zit naast je, in het eerste oude stadje. Of beter, ik zit tussen jullie in, hoogst comfortabel. De een stuurt, de ander streelt mijn oor. Met woorden, uiteraard. Ik moet telkens lachen. Onder mij een opwindende trilling. Wat anderen ook wel hebben als ze alleen motorrijden. Anders wordt het als je stopt. Kunnen we hier niet eindeloos mee doorgaan? Rechts stapt uit. Ik kijk naar links. Zeg iets. Wat hoor ik? Wat ik zie. Te snel sta ik op de stoep. Links blijft zitten. Portier gaat dicht, geronk, verdwijnt. O, wat heb ik gedaan? Ik kijk naar beneden, ik val. Errrrrrrrrrrrrrrrr.
Tussen helpen en delen
Mooie mussen on the side
André, jongen. Wat een tijd geleden. Op naar den Haag en weer terug of toch door? Het eerste jaar uit het nest. Wat een praatjes, jij. In die tijd was ik de helderheid zelve en genoot van al het nieuwe. Nieuwe mensen, nieuwe gebouwen. Veel hogere ook. Nog dramatischer zonsondergangen, de westkust vijfentwintig kilometer verderop. De stad was uitgestorven, wij waren samen. Een feestje verderop. Een huis met alleen maar kamers, mensen op de grond. Ogen open, geen contact. Kom, we gaan. Jij bleek het spoor bijster. Man, wat moest ik je bijsturen.
En nu zie ik je met bagage achterop. In een andere stad. Na de voorstelling drinken we wat. Jij met je lelijke meisje, according to Jan. Ik met jullie. De vriendin pulkt aan haar net gestoomde dikke jas.
Pink cadillac. Als een Canadees, galant , afwachtend, bevrijdend. Ik zit naast je, in het eerste oude stadje. Of beter, ik zit tussen jullie in, hoogst comfortabel. De een stuurt, de ander streelt mijn oor. Met woorden, uiteraard. Ik moet telkens lachen. Onder mij een opwindende trilling. Wat anderen ook wel hebben als ze alleen motorrijden. Anders wordt het als je stopt. Kunnen we hier niet eindeloos mee doorgaan? Rechts stapt uit. Ik kijk naar links. Zeg iets. Wat hoor ik? Wat ik zie. Te snel sta ik op de stoep. Links blijft zitten. Portier gaat dicht, geronk, verdwijnt. O, wat heb ik gedaan? Ik kijk naar beneden, ik val. Errrrrrrrrrrrrrrrr.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten