zaterdag 1 augustus 2015

Nog 1 keer Gerrit K.

De bloem lezer

Voor woord
Terra ingonita - zo verging het mezelf tenminste . Ik had weet van Jantje zag eens pruimen hangen, jawel, maar van de meeste dichters die verderop in deze bloemlezing het hoogste lied zingen had ik zelfs nooit gehoord. Niet alleen wat dichters betreft uit vervlogen tijden, ook waar het om dichters ging rondom me heen, dichters die ademen terwijl adem. Een beetje bloemlezing begint met de verbazing van de bloemlezen. Daarna hoopt het dat de verbazing overslaat. Pionierswerk is het niet. Wat deze bloemlezing onontkoombaar maakt is de manier waarop ik zelf poëzie onderga. Laat ik het zo vriendelijk mogelijk zeggen: er lopen mensen rond met matig verstand van poëzie. Dat zijn geen bloemlezers, dat zijn turfstekers.

Er gaapt een wereld van verschil tussen gedichten voor vierjarigen en gedichten voor twaalfjarigen. Daartussen telt elk jaar. Wat moet een puber in de dop met kleuterpoezie? Waar eindigt de pure poëzie  en begint de poëzie als uitlaatklep voor frustraties.

Het corpus telt twee rafelranden. Gedichten die er niet bij horen en heel soms toch ook weer wel. De gedichten, ten eerste, waarin dichters al of niet vertederd mijmeren over hun eigen kinderleven, gedichten met de kinderjaren als onderwerp. En voorts, bij bijna alle dichters valt wel iets kinderlijks te vinden, een vleugje dada of een tikkeltje baldadigheid.

Ik had dit boek nooit kunnen voltooien als ik niet zonder belemmering had kunnen grasduinen in de Koninklijke  Bibliotheek in Den Haag, die over de rijkste en breedste collectie kinderboeken van Nederland beschikt. Voor hun gastvrijheid en behulpzaamheid ben ik innig dank verschuldigd.

Uit: De Nederlands kinderpoezie in 1000 en enige gedichten. Verzameld door Gerrit Komrij, vijfde druk 2008, Prometheus, Amsterdam

Voor mij, een oefening in elegantie en scherpte.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten